Zoetstof aspartaam mogelijk toch kankerverwekkend?

We weten dat mensen argwaan kunnen hebben over zoetstoffen. Die zorgen zijn ook begrijpelijk als steeds negatieve berichten in de media verschijnen. Op dit moment zien we onduidelijkheid en onrust door rapporten die vandaag zijn uitgekomen over de veiligheid van de zoetstof aspartaam. Ook een eerder verschenen richtlijn over zoetstoffen en overgewicht doet stof opwaaien. Hoe zit dit nou?

Op 14 juli kwamen IARC en JECFA met rapporten die gaan over de veiligheid van aspartaam. IARC heeft voor het eerst beoordeeld in welke groep aspartaam valt wat betreft een relatie met kanker. JECFA heeft opnieuw gekeken naar de veiligheid van aspartaam.

Uit de rapporten blijkt dat met de hoeveelheden aspartaam die mensen binnenkrijgen, de veiligheid geen grote zorg is. Er zijn wel mogelijke effecten beschreven, maar die moeten meer en ook beter onderzocht worden.

IARC heeft aspartaam ingedeeld in de groep stoffen ‘mogelijk kankerverwekkend’ (groep 2B). In deze groep zitten stoffen met beperkt en geen overtuigend bewijs dat ze kanker kunnen veroorzaken. Voor aspartaam is dus de conclusie dat het bewijs niet overtuigend is dat het kanker kan veroorzaken bij mensen.

Om te vergelijken: van het eten van te veel bewerkt vlees en het drinken van alcohol, is het wél zeker dat het de kans op kanker verhoogt. Het bewijs voor deze relatie is sterk. IARC classificeert deze voedingsmiddelen dan ook als ‘kankerverwekkend’ (groep 1).

JECFA heeft de bevindingen van IARC meegenomen en opnieuw de veilige hoeveelheid van aspartaam beoordeeld. De ADI (aanvaardbare dagelijkse inname) voor aspartaam blijft staan op 40 milligram per kilogram lichaamsgewicht. Als je van de maximale hoeveelheid uitgaat, dan zou een kind van 30 kilo meer dan 2 liter light-frisdrank per dag moeten drinken om boven de ADI uit te komen en een volwassene van 70 kilo meer dan 4,5 liter per dag.

Wij volgen alle ontwikkelingen op de voet en passen onze informatie en adviezen aan als dat nodig is.